Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, [34]de dag des HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid en [35]hittigen toorn, om [36]het land [37]te stellen tot verwoesting, en [38]deszelfs zondaars daaruit te verdelgen. 34. Zie vs.6. 35. Hebreeuws, hittigheid des toorns. 36. Te weten het land van Babylonie. 37. Dat is, om het land te verwoesten en ellendig te maken. 38. Dat is, de zondaars die daarin zijn.